Les 2: Een openbare, gecodeerde website aanmaken
In deze les maakt u een website die via het openbare internet toegankelijk is. U hebt het externe IP-adres van uw server, de volledig gekwalificeerde domeinnaam van de server en een SSL-certificaat nodig.
U leert ook enkele eenvoudige (maar belangrijke) zaken die bij het beheren van een eigen website horen:
Het belang van domeinnamen en hostnamen
Het coderen van webverbindingen om uw gegevens te beschermen tegen ongewenst meekijken
De locatie op de server waar de statische HTML-bestanden zich bevinden en hoe u deze bestanden benadert
Stap 1: Vraag een openbaar, statisch IP-adres aan
-
Uw server heeft een IP-adres nodig dat uw webserver een vaste locatie op het internet geeft. Uw internetaanbieder wijst een statisch IP-adres aan u toe.
Als u bij een grote organisatie werkt, neemt u contact op met de persoon die verantwoordelijk is voor de IP-adressen, de router, de gateway of de firewall via welke uw netwerk verbinding met uw internetaanbieder maakt.
Het Domain Name System brengt een koppeling tot stand tussen de door de mens leesbare domeinnaam (www.apple.com) en het door de machine leesbare IP-adres (1.2.3.4).
Stap 2. Vraag uw hostnaam en volledig gekwalificeerde domeinnaam aan
Hieronder worden eerst enkele termen toegelicht die bij de naamgeving op het internet worden gebruikt:
-
Het Domain Name System (DNS) is het systeem waarmee door de machine leesbare, statische IP-adressen worden gekoppeld aan door de mens leesbare domeinnamen.
Dynamisch DNS is een systeem waarmee door de mens leesbare namen kunnen worden gebruikt in combinatie met IP-adressen die regelmatig veranderen en periodiek opnieuw worden toegewezen. Als u geen openbaar, statisch IP-adres hebt gekregen, moet u dynamisch DNS gebruiken in plaats van het normale DNS.
De hostnaam is de naam waaronder uw server binnen uw lokale netwerk bekend is. U kunt uw server bijvoorbeeld de naam "mijnserver" geven of een andere naam geven waarmee de server uniek wordt aangeduid in het netwerk.
De domeinnaam is de naam die verwijst naar een grotere organisatie in plaats van een afzonderlijke gebruiker. De domeinnaam van Apple is bijvoorbeeld "apple.com". In documentatie over internetvoorzieningen wordt soms "example.com" als domeinnaam gebruikt. Domeinnamen worden geleast van een domeinnaamregistrar (een bedrijf dat domeinnamen registreert en zorgt dat deze uniek zijn).
De volledig gekwalificeerde domeinnaam bestaat uit de hostnaam en de volledige domeinnaam.
Een DNS-aanbieder houdt gegevens bij van de domeinnaam, de volledig gekwalificeerde domeinnaam en het bijbehorende statische IP-adres.
-
Als u deze les alleen volgt, hebt u een domeinnaam en een hostnaam nodig. U kunt zelf een hostnaam kiezen, maar u moet ook een domeinnaam leasen.
Als u bij een bestaande organisatie werkt, hebt u waarschijnlijk al een domeinnaam (zoals example.com) en een systeem voor het kiezen van hostnamen. De organisatie moet ook een DNS-host hebben die uw statische IP-adres en domeinnaam aan elkaar koppelt.
In deze les worden bij wijze van voorbeeld de volgende namen gebruikt:
Instelling
Voorbeeldnaam
Domeinnaam
example.com
Hostnaam
www
Volledig gekwalificeerde domeinnaam
www.example.com
WAARSCHUWING: Als u de bovenstaande namen invoert in deze oefening, zal het niet werken. De naam "example.com" is bedoeld voor gebruik in dit soort documenten en werkt niet bij echte softwareconfiguraties. Gebruik dan ook uw eigen instellingen.
Stap 3. Vraag een ondertekend SSL-certificaat aan
-
Om uw webverbinding te coderen, moet u een SSL-certificaat kopen bij een certificaatautoriteit (CA).
Zie de oefening Uw server beveiligen voor meer informatie als u nog geen certificaat hebt geïnstalleerd.
Certificaatautoriteiten zijn vertrouwde, externe bedrijven die de identiteit van SSL-certificaten controleren. CA's controleren of u bent wie u beweert te zijn en ondertekenen tegen betaling digitaal uw cryptografische sleutels. Als uw CA door een webbrowser wordt vertrouwd, wordt automatisch ook uw webserver vertrouwd.
U kunt uw eigen CA zijn en zelf uw sleutels ondertekenen als u de controle hebt over alle computers die verbinding maken met uw website.
Stap 4. Selecteer 'Websites'
Open het programma Server om een lijst te zien met de voorzieningen die in OS X Server beschikbaar zijn. Selecteer 'Websites'.
Stap 5. Maak een nieuwe site aan
-
Klik op de knop met het plusteken .
Voer in het paneel voor het aanmaken van de website de volgende gegevens in:
-
Voer de hostnaam van de server in, bijvoorbeeld "www.example.com".
Dit is de naam die Safari-gebruikers invoeren om de website weer te geven.
Kies het statische, externe IP-adres van de server uit het venstermenu.
Selecteer het SSL-certificaat voor de domeinnaam.
-
Stap 6. Voeg een extra domein toe
U kunt andere domeinen toevoegen die naar dezelfde website verwijzen.
-
Voor deze oefening voegt u het extra domein toe door op 'Wijzig' naast 'Extra domeinen' te klikken. Klik vervolgens op de knop met het plusteken en typ "example.com". Hierdoor komen mensen die "www.example.com" of "example.com" invoeren op dezelfde website terecht.
Stap 7. Controleer de doorverwijzing naar de beveiligde site
De niet-gecodeerde verbinding met de standaardwebsite wordt automatisch omgeleid naar de beveiligde netwerkpoort.
-
Klik dubbel op de standaardwebsite en controleer de volgende instelling:
-
Zorg ervoor dat er één doorverwijzing is geconfigureerd.
-
Klik op 'Wijzig' naast 'Doorverwijzingen' om er zeker van te zijn dat deze website wordt omgeleid naar de https-versie van de site.
-
Klik op 'OK'.
Stap 8. Test de configuratie
-
Schakel de voorziening in.
Open Safari en typ de domeinnaam in de adresbalk om de ingebouwde testpagina te bekijken. Kijk of in de adresbalk een hangslot wordt weergegeven. Dit geeft aan dat u bent verbonden met de site die met SSL is gecodeerd.
Stap 9. Bepaal waar u de inhoud wilt plaatsen
Wanneer u de ingebouwde testpagina hebt gezien, wilt u waarschijnlijk uw eigen sitebestanden invoegen.
Ga terug naar het paneel 'Websites' in Server en selecteer de beveiligde website die u hebt aangemaakt.
-
Klik op de knop 'Wijzig' om de pagina met instellingen voor de website te zien en klik vervolgens op de pijl naast het venstermenu 'Bewaar bestanden van site in'.
Er wordt een Finder-venster geopend met de locatie van de HTML-bestanden.
U bent nu klaar.
U hebt geleerd hoe u meer websites kunt aanmaken met uw eigen webprogramma's of HTML-pagina's.
Meer informatie
Er is nog veel meer te leren over het hosten van websites. U kunt bijvoorbeeld leren hoe u toegangsbevoegdheden gebruikt, webprogramma's uitvoert, scripts aanmaakt voor uitvoering op de server en Apache rechtstreeks bestuurt. (Apache is de software waarop de webvoorziening is gebaseerd.)
Meer informatie over de voorzieningen van OS X Server vindt u in Server Help.
Misschien wilt u ook weten hoe u een privénetwerk op een veilige manier toegankelijk maakt via het internet. Neem in dat geval de oefening Openbare toegang configureren door.